Skip to main content

Zorgprestatiemodel

Nieuwe financiering van behandeling in de GGZ

Met de invoering van het nieuwe Zorprestatiemodel per1 januari 2022 komt er vanaf 1 januari 2022 een nieuwe manier van financiering van de geestelijke gezondheidszorg (en de forensische zorg). Dit betekent dat alle lopende behandelingen op 31 december 2021 puur administratief werden afgesloten. Het Zorprestatiemodel gaat de bekostiging van de prestaties voor de basis-ggz, DBC's en ZZP's vervangen. Inherent aan het ontwerp van dit model is het feit dat een patiënt wier behandeling de grens van het kalenderjaar overschrijdt helaas 2 keer het eigen risico betaalt. Een maal tijdens het startjaar van de behandeling en daarna (indien de behandeling nog niet is afgerond) ook het eigen risico van het volgende jaar waarin de therapie nog door loopt. Dit is zowel het geval bij de invoering van het Zorgprestatiemodel als ook structureel de komende jaren. Hoewel de Beroepsvereninging LVVP meerdere keren heeft aangedrongen op aanpassing van dit structurele gegeven, is hier tot op heden geen gehoor aan gegeven.

De oorzaak van deze situatie is gelegen in het feit dat bij de nieuwe bekostiging gewerkt wordt met losse prestaties in de vorm van consulten in plaats van één langer lopende prestatie zoals in de BGGZ met een bepaald product en in de de Gespecialiseerde GGZ met een DBC. Deze consulten zullen (zodra dit mogelijk is) per maand worden gefactureerd naar uw zorgverzekeraar.

Hoe lang een behandeling zal gaan duren en daarmee ook hoeveel consulten in rekening zullen worden gebracht zal afhangen van de zogenaamde zorgvraagtypering. Deze zorgvraagtypering is bedoeld om de zorgbehoefte van de cliënt transparant te maken en geeft een beeld van de zorgzwaarte en inzet van de zorg. Deze wordt naast de diagnose ook meegestuurd in de facturatie naar de zorgverzekeraar, maar zonder dat de privacy van de cliënt in het geding komt. De zorgvraagtypering is een combinatie van 21 zorgclusters in combinatie met diagnosehoofdgroepen uit DSM V. Een voorbeeld van een zorgcluster is ‘psychische aandoening met lichte problematiek’, de voornaamste diagnosehoofdgroepen daarbij zijn depressie en angst.

De zogenaamde HoNOS+ vragenlijst die door de behandelaar samen met u zal worden ingevuld is leidend voor deze zorgzwaartetypering. Indien er bij u sprake is van een lichte tot matige, niet complexe psychische stoornis, dan komt u in aanmerking voor een behandeling binnen de generalistische basis ggz. Op basis van de zogenaamde HoNOS+ vragenlijst die Kim tijdens de intakefase samen met u zal invullen volgt de zogenaamde zorgvraagtypering. De zorgvraagtypering is een combinatie van 21 zorgclusters in combinatie met diagnosehoofdgroepen uit DSM V. In onze praktijk zal het waarschijnlijk zijn dat er bij onze cliënten sprake is van een zorgvraag die verband houdt met een psychische aandoening, maar waarbij geen sprake is of sprake geweest is van verontrustende psychotische symptomen en/of wanen en hallucinaties. Dit betekent dat er waarschijnlijk sprake zal zijn voor behandeling in de BGGZ van een zorgvraag type 1, 2, 3 of 4. Elk zorgvraagtype kent een te verwachten behandelduur.

Indien de problematiek complexer is en al wat langer bestaat dan komt u waarschijnlijk in aanmerking voor individuele psychotherapie. Psychotherapie (in deze praktijk voornamelijk cognitieve gedragstherapie) is een vorm van gesprekstherapie die door een klinisch psycholoog of psychotherapeut wordt toegepast bij meer gecompliceerde psychische stoornissen. De problematiek bestaat vaak al langere tijd en belemmert iemand in het dagelijks leven. Het doel van de therapie is uw psychische klachten en problemen op te heffen of zoveel te verminderen dat u er minder last van heeft en beter kunt functioneren. De duur van de behandeling is afhankelijk van de soort en de ernst van de klachten.

Op basis van de zogenaamde HoNOS+ vragenlijst die Anneke tijdens de intakefase samen met u zal invullen volgt de zogenaamde zorgvraagtypering. De zorgvraagtypering is een combinatie van 21 zorgclusters in combinatie met diagnosehoofdgroepen uit DSM V. In onze praktijk zal het waarschijnlijk zijn dat er bij onze cliënten sprake is van een zorgvraag die verband houdt met een psychische aandoening, maar waarbij geen sprake is of sprake geweest is van verontrustende psychotische symptomen en/of wanen en hallucinaties. Dit betekent dat er waarschijnlijk sprake zal zijn voor behandeling in de SGGZ van een zorgvraag type 5, 6, 7 of 8. Elk zorgvraagtype kent een te verwachten behandelduur.

Het tarief dat in rekening wordt gebracht hangt van een aantal factoren af. Allereerst de setting waarin de zorg is geleverd. Bijvoorbeeld, of de zorg in een ambulante setting of binnen een kliniek wordt aangeboden. Ten tweede is het beroep van de zorgprofessional bepalend. Het tarief dat in de BGGZ door de gezondheidszorgpsycholoog gedeclareerd wordt is bijvoorbeeld lager dan in de SGGZ door de klinisch psycholoog gedeclareerd zal worden. En ten derde de soort en de duur van het betreffende consult. Binnen de consulten wordt er namelijk onderscheid gemaakt tussen een consult voor diagnostiek, voor behandeling en voor groepsconsulten. Daarnaast bepaalt de duur van de sessie de hoogte van het tarief. Hierbij geldt dat geplande tijd gefactureerd zal gaan worden. Dit wordt ook wel planning is realisatie genoemd.
Daarnaast kent het zorgprestatiemodel een aantal prestaties die als toeslag op de geleverde zorg kunnen worden geregistreerd.